Grooming

Wanneer is er volgens de wet sprake van grooming?

Grooming betekent kort gezegd digitaal kinderlokken, dit is strafbaar gesteld in artikel 248e Sr. Grooming lijkt dus veel op kinderlokken, met als verschil dat grooming plaatsvindt via digitale kanalen. Bij grooming stelt iemand een ontmoeting voor via een digitaal medium aan een persoon van wie hij/zij weet dat deze minderjarig is. Er geldt hierbij geen leeftijdsbeperking met betrekking tot de dader, wat met zich meebrengt dat ook tegen minderjarige daders strafrechtelijk opgetreden kan worden. Om te kunnen komen tot strafbaarstelling wegens grooming moet er aan de vier onderstaande voorwaarden worden voldaan:

  1. Via een digitaal medium wordt een ontmoeting voorgesteld;
  2. Aan een minderjarige;
  3. Met het doel om ontuchtige handelingen met die minderjarige te plegen of kinderpornografie te maken;
  4. Waarvoor een uitvoeringshandeling is verricht om de ontmoeting daadwerkelijk te laten plaatsvinden.

Digitaal medium

Met een digitaal medium wordt bedoeld een inrichting die bestemd is om elektronisch gegevens op te slaan, te verwerken en/of over te dragen. Alle technologieën die verbinding kunnen maken met het internet worden hieronder verstaan. Denk hierbij aan computers, laptops en telefoons. Door middel van deze media kan via onder andere sms, e-mail en verschillende apps contact worden gezocht.

Ontmoeting voorstellen

De ontmoeting die wordt voorgesteld moet er specifiek op zijn gericht om seksuele handelingen te ondergaan en/of om kinderpornografie te maken met de minderjarige. Bij grooming staat het voorstel van de ontmoeting dan ook centraal. Zonder dit voorstel kan men niet strafbaar worden gesteld voor grooming. Er hoeft niet concreet een datum en tijd afgesproken te zijn. Het is ook niet vereist dat er ook daadwerkelijk een seksuele handeling is verricht of dat er daadwerkelijk kinderpornografie is gemaakt.

Het enkel communiceren met een minderjarige via een digitaal medium is niet strafbaar, zelfs niet wanneer dit gesprek een ontuchtige inhoud heeft.

Minderjarige

Iemand is minderjarig wanneer hij/zij jonger is dan zestien jaar. Als er dus een voorstel tot ontmoeting wordt gedaan aan een persoon die ouder is dan zestien jaar, dan kan er geen sprake zijn van grooming. Het is niet vereist dat de verdachte de leeftijd van de minderjarige daadwerkelijk kent. Er moet bewezen worden dat de verdachte had moeten weten dat de minderjarige nog geen zestien is. Wanneer de kans wordt aanvaard dat het slachtoffer mogelijk jonger is dan zestien jaar, dan is dit voldoende om te kunnen spreken van grooming. Dit betekent eigenlijk dat de verdachte had kunnen weten dat het slachtoffer minderjarig is, maar de kans dat dit inderdaad zo is neemt hij voor lief.

Ontuchtige handeling/afbeelding

Er is sprake van grooming wanneer een minderjarige wordt bewogen om seksuele handelingen te plegen welke in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Daarnaast is het maken van een afbeelding van een dergelijke ontuchtige handeling ook strafbaar. Wat wordt er dan precies bedoeld met een ontuchtige handeling? Een ontuchtige handeling is zoals zojuist al aangegeven, een seksuele handeling in strijd met de sociaal-ethische norm. Een bepaalde seksuele handeling kan soms bijvoorbeeld wel grensoverschrijdend zijn, maar niet perse ontuchtig. Sociaal-ethische normen zijn de normen en waarden die heersen in onze samenleving. Hieraan wordt dus getoetst of een handeling ontuchtig is of niet. Als bepaalde handelingen in strijd zijn met de algemeen geldende normen en waarden van onze samenleving, dan zullen deze als ontuchtig worden aangemerkt.

Uitvoeringshandeling

Iemand is pas strafbaar voor grooming wanneer een uitvoeringshandeling is verricht. Dit betekent dat er van tevoren een voorstel wordt gedaan tot een ontmoeting en daarna een handeling wordt verricht om deze ontmoeting daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Er moet blijk gegeven zijn van de wil het ‘digitale misbruik’ om te willen zetten in fysiek misbruik. Hierbij is wel vereist dat er een verband is tussen de voorafgaande communicatie en het voorstel/de uitvoeringshandeling. Er moet dus willens en wetens een voorstel tot ontmoeting zijn gedaan, welke wordt gevolgd door een uitvoeringshandeling die erop is gericht om de ontmoeting daadwerkelijk plaats te laten vinden. Willens en wetens betekent dat het voorstel met opzet en bewustzijn is gedaan. Enkele voorbeelden van uitvoeringshandelingen zijn:

  • Het gaan naar een afgesproken plek;
  • Het slachtoffer voorzien van een beschrijving van de route naar de afgesproken plek;
  • Het kopen van een treinkaart.

Hoor verplichting t.a.v. minderjarige

Het Openbaar Ministerie moet het minderjarige slachtoffer in de gelegenheid stellen zijn mening te geven over het gepleegde feit. Daarmee krijgt de minderjarige ook de gelegenheid om zijn mening kenbaar te maken over de eventuele vervolging daarvan. Wanneer het slachtoffer wenst om niet te vervolgen, betekent dat niet dat het Openbaar Ministerie niet naar de rechter mag stappen. Het Openbaar Ministerie kan dan alsnog een zaak starten.

Bewijs

Het blijkt dat aanklachten vaak niet leiden tot een veroordeling. In de praktijk is het namelijk moeilijk om te kunnen bewijzen dat er sprake is van grooming. Er moet namelijk bewezen kunnen worden dat een ontmoeting is gepland, en dat daarvoor een uitvoeringshandeling is verricht. Dit is in de praktijk vaak moeilijk te bewijzen. Zoals al eerder aangegeven is enkel het communiceren met een minderjarige, ongeacht de ontuchtige inhoud, niet strafbaar.

Welke straffen staan er op grooming?

Grooming wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vierde categorie. Tevens kan een combinatie van deze straffen worden opgelegd.

Strafverzwarende omstandigheden

In de Richtlijn voor strafvordering seksueel misbruik minderjarigen worden strafverzwarende factoren benoemd welke van invloed kunnen zijn op de op te leggen hoogte van de straf. Art. 248 Sr somt ook strafverzwarende omstandigheden op.

Bijkomende straffen

Daarnaast kan ook de ontzetting uit bepaalde rechten worden uitgesproken. Welke rechten kunnen worden ontzet zijn opgenomen in artikel 28 Sr. In artikel 31 Sr wordt de duur van de ontzetting benoemd.

Strafbeschikking

Dit feit kan ook worden afgedaan met een strafbeschikking (link). Dit betekent dat het Openbaar Ministerie zelf een straf oplegt, zij kunnen echter geen gevangenisstraf opleggen.

Transactie

Het Openbaar Ministerie kan ook een transactie opleggen. Dit betekent dat er een boete wordt betaald, waardoor verdere strafvervolging achterwege blijft. In de Aanwijzing OM-strafbeschikking (link) wordt bepaald welke wijze van buitengerechtelijke afdoening voor dit delict wordt gehanteerd. Buitengerechtelijke afdoening betekent dat de zaak niet voor de rechter komt.