Incest

Wanneer is er volgens de wet sprake van incest?

Incest betekent dat iemand ontucht pleegt met zijn minderjarige kind, stiefkind, pleegkind of een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwd kleinkind. Kortom, alle seksuele handelingen die worden gepleegd tussen bloedverwanten, oftewel familieleden. Deze handelingen kunnen allemaal worden aangemerkt als incest. Dit is strafbaar gesteld in artikel 249 Sr. Hierin is namelijk ontucht met misbruik van gezag en/of vertrouwen strafbaar gesteld, waar bij incest sprake van is. Een gedeelte van deze wetsbepaling noemt de strafbaarstelling van incest. In dit artikel wordt daarnaast namelijk ook strafbaar gesteld wanneer iemand ontuchtige handelingen verricht met een kind door middel van misbruik van gezag/vertrouwen, waarbij geen familiaire band bestaat. Voor meer informatie hierover klik hier (link). Het woord incest is geen wettelijke term, deze term zal je dan ook niet terug kunnen vinden in de wet. Dit is een term die in de volksmond wordt gebruikt.

Plegen van ontucht

Ontuchtige handelingen tussen de pleger en het kind zijn altijd strafbaar in dit geval. Ook al heeft het slachtoffer de handelingen zelf uitgelokt. Het uitgangspunt is namelijk dat de verdachte zich bewust zou moeten zijn van de bijzondere verantwoordelijkheid die hij/zij heeft tegenover zijn/haar minderjarige kind, stiefkind, pleegkind of aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige kind. Dat geldt daarom ook voor het geval waarin het slachtoffer heeft ingestemd met de handelingen. Het plegen van ontuchtige handelingen in deze context is altijd strafbaar.

Tevens is van belang dat er sprake is van opzet. Het plegen van de seksueel getinte handeling, die als ontuchtig kan worden aangemaakt, moet met opzet zijn verricht. Hiervoor is voorwaardelijke opzet al voldoende, wat inhoudt dat men de aanmerkelijke kans op het intreden van het gevolg bewust heeft aanvaard.

Ontuchtige handelingen zijn seksuele handelingen welke in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. De sociaal-ethische norm wil eigenlijk zeggen de algemene normen en waarden die gelden binnen onze samenleving. Het plegen van seksuele handelingen tussen familieleden valt niet binnen de algemene normen en waarden van onze samenleving, om die reden wordt dit dan ook als ontuchtig aangemerkt.

Minderjarige kind of stiefkind

Om te kunnen vaststellen dat het ‘zijn minderjarige kind’ betreft, moet er geconstateerd kunnen worden dat er sprake is van een overwichtsrelatie. Dit wil zeggen dat er een zekere mate van afhankelijkheid is vanuit het kind ten opzichte van de verdachte. Enkel het vaststellen van het biologisch vaderschap van de verdachte is dan ook niet voldoende (HR 26 juni 1990, 1991, 95). Oftewel, er moet sprake zijn van een duidelijke ondergeschiktheid/afhankelijkheid van het kind ten opzichte van de verdachte.

Van stiefkind kan pas gesproken worden als de ouder van het kind en de verdachte samen een huwelijk zijn aangegaan (HR 7 januari 1997, NJ 1997, 361).

Zorg of waakzaamheid toevertrouwd

Of een kind aan iemand zijn zorg of waakzaamheid is toevertrouwd wordt vaak snel aangenomen. Wanneer een kind, na instemming van de ouders, bij iemand gaat logeren is er namelijk al sprake hiervan (HR 1 december 1998, NJ 1999, 181). Overigens is niet vereist dat de ouders op de hoogte zijn van het feit dat hun kind aanwezig is bij de verdachte.

Bewijs

Bij het geval van incest hoeft dwang niet bewezen te worden, zoals dit bij bijvoorbeeld verkrachting wel bewezen dient te worden. Als vast kan worden gesteld dat er ontuchtige handelingen zijn gepleegd, dan is dit voldoende. Belangrijk bij de beoordeling van bewijsmiddelen is de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid daarvan. Kloppen de verklaringen wel? Zijn er tegenstrijdigheden in verschillende verklaringen? Deze vragen zijn erg belangrijk in zedenzaken om te kunnen beoordelen of een bewijsmiddel wel geloofwaardig en betrouwbaar is.

Welke straffen staan er op incest?

Incest wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar of een geldboete van de vierde categorie. Een combinatie van beide straffen is ook mogelijk.

Strafverzwarende omstandigheden

Daarnaast kunnen er strafverzwarende omstandigheden gelden die zijn opgenomen in artikel 248 Sr (link).

Bijkomende straf

Overigens kan als bijkomende straf de ontzetting van bepaalde rechten worden uitgesproken. Bijvoorbeeld dat bepaalde beroepen niet meer uitgeoefend mogen worden.

Strafbeschikking

Voor dit feit kan het Openbaar Ministerie tevens een strafbeschikking (link) uitvaardigen. Zij leggen dan zelf een straf op, zonder dat er een procedure voor de rechter wordt gestart. Zij hebben echter niet de bevoegdheid om een gevangenisstraf op te leggen.

Transactie

Ook heeft het Openbaar Ministerie de bevoegdheid om een transactie op te leggen. Dat betekent dat er een boete betaald dient te worden. Er zal dan ook geen verdere strafvervolging plaatsvinden.

De Aanwijzing OM-strafbeschikking (link) bepaald welke wijze van buitengerechtelijke afdoening voor het betreffende delict wordt gehanteerd. Met buitengerechtelijke afdoening wordt bedoeld dat de zaak niet voor de rechter komt.

Dit delict kan in de praktijk vaak worden ondergebracht onder meerdere soorten zware zedendelicten. Als hiervan sprake is dan geldt art. 55 lid 1 Sr. Dit artikel brengt met zich mee dat wanneer een feit meerdere strafbare feiten oplevert, de zwaarste strafbepaling wordt toegepast. Oftewel, het delict waarop de hoogste hoofdstraf staat zal worden toegepast.