Strafbeschikking en transactie

Strafbeschikking

Het Openbaar Ministerie is bevoegd om zelf straffen op te leggen. Deze bevoegdheid hebben zij bij veel voorkomende strafbare feiten. Echter, zij zijn niet bevoegd om een gevangenisstraf op te leggen. Wanneer dus een gevangenisstraf gepast is voor een strafbaar feit, dan moet deze zaak aan de rechter worden voorgelegd en mag het Openbaar Ministerie zelf geen straf opleggen.

De feiten waarvoor het Openbaar Ministerie een strafbeschikking mag opleggen is voor overtredingen en misdrijven waarop een gevangenisstraf van maximaal zes jaar staat. Denk hierbij aan strafbare feiten als: winkeldiefstal, rijden onder invloed, openbaar dronkenschap, ordeverstoring, eenvoudige mishandeling, vandalisme et cetera. De straffen die het Openbaar Ministerie op kan leggen zijn:

  • Een geldboete;
  • Een taakstraf tot en met 180 uur;
  • Een rijontzegging voor het besturen van motorrijtuigen tot maximaal 6 maanden.
  • Een betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer;
  • Een gedragsaanwijzing (denk bijvoorbeeld aan een stadionverbod);
  • Het storten van een geldsom in het schadefonds geweldsmisdrijven (een fonds opgericht voor slachtoffers van geweldsmisdrijven die op geen andere manier hun schade vergoed kunnen krijgen en dus worden ze op deze manier toch een beetje financieel tegemoetgekomen);
  • De onttrekking aan het verkeer van goederen die in beslag zijn genomen;
  • Het doen van afstand van in beslag genomen goederen, de veroordeelde verliest dan het eigendom over bepaalde goederen of zijn vermogen (verbeurdverklaring).

De verdachte wordt in dit geval dus niet door de rechter, maar door het Openbaar Ministerie veroordeeld. De zaak komt dus niet voor de rechter.

De straf wordt schriftelijk medegedeeld aan de veroordeelde door middel van een strafbeschikking.

Transactie

Het is gebruikelijk dat het Openbaar Ministerie bij wat kleinere vergrijpen aan de verdachte een zogenaamde transactie aanbiedt. Dit betekent dat men een schriftelijk voorstel van het Openbaar Ministerie ontvangt om verdere strafvervolging als het ware af te kopen door een bepaald geldbedrag te betalen. Vaak betreft het vergrijpen als:

  • Een verkeersovertreding;
  • Rijden op een bromfiets of in een auto die niet verzekerd is;
  • Vissen zonder een vergunning;
  • Winkeldiefstal;
  • Plegen van mishandeling bestaande uit enkel een schop of klap;
  • Vernieling van een kleine omvang.

Het Openbaar Ministerie is afhankelijk van de medewerking van de verdachte. Doordat de verdachte het geldbedrag betaald, wordt verdere vervolging en bestraffen voorkomen. Het is overigens niet zo dat wanneer het geldbedrag wordt betaald, dat dan vaststaat dat de verdachte schuldig is. De verdachte kan ook weigeren de transactie te betalen of niet reageren op het transactie voorstel. Dan zal de Officier van Justitie hem/haar dagvaarden om voor de strafrechter te verschijnen. Dagvaarden betekent dus dat men opgeroepen wordt om voor de rechter te verschijnen.