Verkrachting

Wanneer is er volgens de wet sprake van verkrachting?

Verkrachting wordt in artikel 242 Sr omschreven als het door middel van geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Maar wat betekent dit dan precies? Onderstaand worden alle onderdelen één voor één toegelicht.

Geweld of bedreiging (met geweld)

Het geweld moet van dusdanige kracht zijn dat het slachtoffer zich hiertegen niet kan verzetten. Ook wanneer het slachtoffer in een staat van bewusteloosheid of onmacht wordt gebracht wordt er gesproken van plegen van geweld. Iemand is in een bewusteloze toestand wanneer het bewustzijn van deze persoon helemaal afwezig is. Bij onmacht moet gedacht worden aan een situatie waarin het slachtoffer zich fysiek gezien niet tegen het geweld kan verzetten. In gevallen waarin een slachtoffer dus in deze staat wordt gebracht, wordt er gesproken van plegen van geweld. Het is hierbij overigens van belang dat het plegen van dit geweld gericht is op het hebben van seksueel contact met het slachtoffer.

Van bedreiging (met geweld) wordt gesproken wanneer wordt gedreigd dat er geweld gebruikt gaat worden. Het slachtoffer ervaart deze situatie dusdanig dreigend, dat dit de angst die hij ervaart rechtvaardigt.

Andere feitelijkheid

Met ‘een andere feitelijkheid’ wordt met name gedoeld op situaties waarin sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. Het slachtoffer is dan afhankelijk van de verdachte, door bijvoorbeeld een werkgever-werknemer relatie. Denk hierbij aan ongewenste intimiteiten op de werkvloer, zoals bijvoorbeeld ongepaste handelingen van een werkgever richting zijn werknemer. Deze handelingen moeten wel dusdanig bedreigend zijn dat het slachtoffer ook daadwerkelijk wordt gedwongen en geen weerstand hiertegen kan bieden. Denk hierbij ook aan het uitoefenen van een religieuze druk. Met religieuze druk wordt bedoeld dat er wordt ingespeeld op het geloof van het slachtoffer om op deze manier seksueel contact af te dwingen.

Deze afhankelijkheidsrelatie zegt dan wel iets over de hoe beïnvloedbaar het slachtoffer is, maar zegt niets over het feit of het slachtoffer ook daadwerkelijk onvrijwillig de handelingen ondergaat. Om na te gaan of de handelingen onvrijwillig worden ondergaan, moet gekeken worden naar factoren binnen die afhankelijkheidsrelatie. Deze factoren zouden moeten kunnen aantonen dat het slachtoffer de handelingen als dwingend heeft ervaren. Oftewel, er moeten zich bepaalde omstandigheden hebben voorgedaan waaruit blijkt dat de handelingen als dwingend zijn ervaren door het slachtoffer.

Andere voorbeelden van ‘andere feitelijkheid’ zijn:

  • Dreiging door een sterker persoon;
  • Dreiging door meerdere personen;
  • Dreiging door iemand die onder invloed van alcohol of drugs is.

Deze omstandigheden kunnen door het slachtoffer ook worden ervaren alsof hij/zij wordt gedwongen en daartegen geen weerstand kan bieden. Ook in deze gevallen is er dus sprake van een andere feitelijkheid.

Dwang

Er kan alleen gesproken worden van verkrachting als het seksueel binnendringen gebeurt doordat er dwang wordt uitgeoefend. Dat wil zeggen dat er een bepaalde dwang is uitgeoefend om het lichaam van een ander seksueel binnen te dringen. Of sprake is van dwang hangt af van de omstandigheden van het geval:

  1. Het slachtoffer ondergaat de handelingen onvrijwillig. Dat wil zeggen dat het slachtoffer deze handelingen niet wil verrichten. De handelingen zijn tegen zijn/haar wil in. Hierbij is van belang dat het slachtoffer zich bewust is van de handelingen. Als het slachtoffer zich er niet bewust van is, dan wordt er niet gesproken van dwang. Het slachtoffer ervaart de handelingen dan namelijk niet als dwang omdat hij/zij zich van de handelingen niet bewust is. Het is dus van belang dat de handelingen bewust worden ervaren als dwang. Zonder bewustheid is er geen sprake van dwang. 
  2. De dwang moet van zulke aard zijn dat het slachtoffer zich hiertegen niet kan verzetten. De situatie is zo bedreigend dat men zich hieruit niet kan verwijderen. Het enige wat men kan doen is de situatie laten gebeuren.
  3. De dwang moet opzettelijk zijn. Dit betekent dat de handelingen opzettelijk tegen de wil van het slachtoffer worden uitgevoerd. De pleger is er in dat geval bewust van dat het slachtoffer de handelingen niet wil ondergaan. Ook bij voorwaardelijke opzet kan er sprake zijn van opzet op de dwang. Dit betekent dat bewust de kans wordt aanvaard dat het slachtoffer de handelingen niet wil ondergaan. Men is zich dan bewust van de gevolgen, maar deze gevolgen worden (als het ware) voor lief genomen.

Seksueel binnendringen

Seksueel binnendringen betekent genitaal (in het geslachtsorgaan), oraal (in de mond) of anaal (in de anus) binnendringen in het lichaam. Ook het aanraken van de kittelaar/schaamlippen kan seksueel binnendringen opleveren. Dit binnendringen en/of aanraken kan gebeuren met het mannelijk geslachtsorgaan, de tong, de vinger, een voorwerp of een dier.

Onder ‘mede bestaan uit seksueel binnendringen’, zoals in artikel 242 Sr omschreven, wordt verstaan seksuele handelingen die voorafgaan aan het seksueel binnendringen, daarop volgen of daarmee samengaan (link: HR 18 mei 1999, NJ 1999/541). Een voorbeeld hiervan is het vasthouden van een geslachtsdeel. Deze handelingen mogen overigens niet te ver van het daadwerkelijk binnendringen af liggen.

Wanneer het slachtoffer en/of de verdachte de handelingen niet als seksueel of opwindend heeft ervaren betekent dit niet dat er geen sprake kan zijn van verkrachting. Ook wanneer dit niet zo wordt ervaren kan er dus sprake zijn van seksueel binnendringen (link: HR 2 mei 1995, NJ 1995/583).  

Een afgedwongen tongzoen wordt tegenwoordig niet meer aangemerkt als verkrachting, maar wordt gezien als een ontuchtige handeling (link naar ontucht met minderjarige?) (ECLI:NL:HR:2013:BZ2653). Een ontuchtige handeling is een handeling die in strijd is met de sociaal-ethische norm. Die sociaal-ethische norm wil eigenlijk zeggen de normen en waarden binnen onze samenleving. Of iets ontuchtig is, is onder andere afhankelijk van de context en de verhoudingen tussen de betrokkenen. Hiermee wordt bedoeld dat bijvoorbeeld seksuele gedragingen tussen twee minderjarige kinderen in principe niet als ontuchtig wordt aangemerkt. Maar worden er seksuele handelingen verricht tussen een 27-jarige man en een 12-jarig meisje, dan wordt dit al gauw gezien als ontuchtig.

Geen verkrachting

Wanneer bepaalde seksuele handelingen gepleegd worden door iemand anders dan degene die de dwang uitoefent, is er geen sprake van verkrachting. Iemand wordt bijvoorbeeld gedwongen om seksueel binnen te dringen bij degene die hem/haar daartoe dwingt of twee personen worden door een andere derde persoon gedwongen om bij elkaar binnen te dringen. In deze gevallen is er dus geen sprake van verkrachting.

In deze gevallen kan er in beginsel ook geen sprake zijn van verkrachting:

  • Iemand wordt gedwongen bij zichzelf binnen te dringen;
  • Iemand ondergaat het binnendringen door een ander dan de dwinger;
  • Iemand ondergaat het binnendringen door een dier.

Bewijs

Zaken rondom verkrachting kunnen vaak lastig zijn. Er heerst bijvoorbeeld de vraag of er wel voldoende bewijs is voor het seksueel contact. Is er DNA gevonden? Daarnaast moet ook bewezen kunnen worden dat dit seksueel contact heeft plaatsgevonden onder dwang. Van belang zijn hierbij onder andere de afgelegde verklaringen. Deze worden geanalyseerd en beoordeeld op betrouwbaarheid en juistheid. De verschillende verklaringen worden met elkaar vergeleken. Komen de verklaringen wel overeen? Soms moet er een speciaal onderzoek worden gestart voor bepaalde aangetroffen sporen. Om deze reden is het dan ook verstandig om u bij te laten staan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat.

Welke straffen staan er op verkrachting?

Dit delict wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Een combinatie van deze twee straffen is ook mogelijk.

Strafverzwarende omstandigheden

In artikel 248 Sr zijn daarnaast strafverzwarende omstandigheden opgenomen. Een voorbeeld van een strafverzwarende omstandigheid is wanneer verkrachting de dood ten gevolge heeft, de maximum gevangenisstraf is in dit geval achttien jaar. De omstandigheden van het geval zijn dus bepalend voor de op te leggen straf.

Bijkomende straffen

Naast de bovengenoemde hoofdstraffen kan de rechter er ook nog voor kiezen om een bijkomende straf op te leggen, zoals de ontzetting van bepaalde rechten. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat bepaalde beroepen niet meer uitgeoefend mogen worden.