De officier van justitie kan een verdachte in voorlopige hechtenis stellen indien er tegen deze verdachte een serieuze verdenking is dat hij/zij schuldig is aan een strafbaar feit:
- Waarop een gevangenisstraf staat van vier jaar of meer, of
- Welke staat opgesomd in artikel 67 lid 1 sub b of c Sv.
Voorlopige hechtenis betekent dat men voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de strafzaak vast zit. Het is een verzamelnaam voor drie verschillende perioden: bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. De officier van justitie kan de voorlopige hechtenis vorderen. De rechter-commissaris beslist over of de bewaring en de raadkamer beslist over de gevangenhouding en gevangenneming.
Ernstige bezwaren
Om voorlopige hechtenis te kunnen vorderen dienen er ernstige bezwaren te bestaan tegen de verdachte. Er is sprake van ernstige bezwaren wanneer men eigenlijk bijna zeker weet dat de verdachte het feit heeft begaan doordat er hard bewijs is. Voorbeelden van hard bewijs en dus ernstige bezwaren zijn:
- De verdachte heeft bekend;
- Er is een 100% DNA-match;
- Vijf getuigen wijzen de verdachte aan.
Gegrond doel
Daarnaast dient er ook een gegrond doel te zijn waarvoor het bevel tot voorlopige hechtenis wordt gegeven. Er mag dus niet zomaar in elke gevallen een bevel tot voorlopige hechtenis worden gedaan. Enkel wanneer er een hele goede reden is waardoor dit nodig geacht wordt. Gegronde doelen voor het vorderen van voorlopige hechtenis zijn:
- Er is ernstig gevaar voor vlucht, dit blijkt uit bepaalde gedragingen van de verdachte of uit bepaalde persoonlijke omstandigheden.
- Uit bepaalde omstandigheden blijkt een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid. Dit betekent dat uit omstandigheden blijkt dat het noodzakelijk is om voorlopige hechtenis te vorderen voor de verdachte omdat het anders gevaar oplevert voor de maatschappelijke veiligheid. Maar wanneer wordt er dan gesproken van een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid? Dit kan slecht in aanmerking worden genomen indien:
- Sprake is van een verdenking van een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld en de rechtsorde enorm door het feit is geschokt.
- Er gevaar is dat de verdachte opnieuw een delict zal begaan waarop een gevangenisstraf staat van zes jaar of meer of waardoor de veiligheid en/of gezondheid van de staat, mensen of goederen in gevaar wordt gebracht.
- De verdachte in de afgelopen vijf jaar al eens eerder is veroordeeld en er ernstig rekening moet worden gehouden dat de verdachte een van de misdrijven als benoemd in artikel 67a lid 2 sub 3 Sv opnieuw zal begaan.
- Een verdenking bestaat van een van de misdrijven als omschreven in artikel 67a lid 2 sub 4 Sv, welke is begaan op een plek die voor publiek toegankelijk is, dan wel gericht tegen een persoon met publieke taken. De berechting van een dergelijk misdrijf vindt uiterlijk binnen een termijn van zeventien dagen en achttien uur na aanhouding plaats.
- Dit van belang is voor het aan de dag brengen van de waarheid.
Hoelang kan de voorlopige hechtenis duren?
Deel 1: bewaring
Zoals zojuist reeds aangegeven bestaat de voorlopige hechtenis uit twee delen. Het eerste deel betreft de bewaring. Een verdachte kan maximaal veertien dagen in bewaring worden gehouden, men wordt dan meestal overgebracht naar een huis van bewaring. Daarnaast kan het echter ook zo zijn dat de verdachte terug wordt gebracht naar het politiebureau, in dat geval noemt men dit ‘preventief zitten’.
Deel 2: gevangenhouding en gevangenneming
Er zit een verschil tussen gevangenhouding en gevangenneming. Bij gevangenhouding is het namelijk zo dat de verdachte zich al in bewaring bevindt, de verdachte zit al vast. In het geval van gevangenneming is de verdachte nog op vrije voet. Verder zijn de voorwaarden voor gevangenhouding en gevangenneming hetzelfde (dat er sprake moet zijn van ernstige bezwaren en dat er een gegrond doel is). De raadkamer beslist over de gevangenhouding of gevangenneming, welke maximaal 90 dagen mag duren.
Tussentijdse beëindiging voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis kan tussentijds worden beëindigd, de verdachte wordt dan vrijgelaten. Dat kan op twee manieren:
- Door schorsing: hierbij kunnen voorwaarden worden opgelegd, schorsing kan weer terug worden gedraaid indien de verdachte zich niet aan een van de voorwaarden houdt. Dit betekent dat de verdachte dan weer vast zal komen te zitten.
- Door opheffing: hierbij kunnen geen voorwaarden worden opgelegd, opheffing is dus een definitieve beëindiging van de voorlopige hechtenis.
Geen voorlopige hechtenis
Geconcludeerd kan worden dat er geen voorlopige hechtenis gevorderd kan worden bij de rechter-commissaris indien het een strafbaar feit betreft waarop een gevangenisstraf van minder dan vier jaar staat en welke niet in artikel 67 Sv wordt opgesomd. In dat geval wordt de verdachte naar huis gestuurd al dan niet met een dagvaarding/in afwachting van een beslissing. Hierop geldt overigens één uitzondering. Indien de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, dan bestaat er toch de mogelijkheid dat deze persoon in voorlopige hechtenis wordt genomen indien hij/zij zich strafbaar heeft gemaakt aan een feit waarop een gevangenisstraf is gesteld (ook al is die gevangenisstraf lager dan vier jaar).
Voorarrest
Het voorarrest betreft de gehele periode dat een verdachte wordt vastgehouden alvorens de zaak wordt beoordeeld door een rechter. Deze periode vangt aan met de aanhouding voor het verhoor, welke maximaal negen uur kan duren (de tijd tussen 00:00 en 09:00 uur telt niet mee). Eventueel kan het verhoor worden verlengd met zes uur (wederom telt de tijd tussen 00:00 uur en 09:00 uur niet mee). Daarna volgt de inverzekeringstelling, dit houdt in dat de officier van justitie de verdachte langer in hechtenis houdt in het belang van het onderzoek. Dit gaat dan ook vooraf aan de voorlopige hechtenis. Dit bevel tot inverzekeringstelling kan worden gegeven voor de duur van drie dagen en kan eventueel verlengd worden met nog eens drie dagen. In totaal kan het voorarrest uiterlijk 110 dagen duren.
- Inverzekeringstelling: maximaal twee keer drie dagen
- Bewaring: maximaal veertien dagen
- Gevangenhouding of gevangenneming: maximaal 90 dagen
Binnen deze 110 dagen dient een rechtszitting plaats te vinden. Door middel van een pro forma zitting kan deze tijd echter verlengd worden. Het kan namelijk zo zijn dat het onderzoek nog niet klaar is en dat ze daardoor de verdachte nog langer vast moeten houden. Bij een pro forma zitting wordt de zaak niet inhoudelijk behandeld, de officier van justitie geeft enkel kort en formeel de stand van zaken weer van het onderzoek. De advocaat van de verdachte kan bijvoorbeeld bepaalde onderzoekswensen kenbaar maken. Door middel van een pro forma zitting wordt eigenlijk voorkomen dat de verdachte vrij wordt gelaten. Indien een verdachte wordt veroordeeld door de rechter, dan zullen de dagen dat hij/zij in voorarrest heeft gezeten op de opgelegde straf in mindering worden gebracht.
Voorarrest | |
Aanhouding voor verhoor | Door: politie Tijd: 9 uur (tijd tussen 00:00 en 09:00 telt niet mee) Plaats: politiebureau |
Eventuele verlenging van verhoor | Door: politie Tijd: 6 uur (tijd tussen 00:00 en 09:00 telt niet mee) Plaats: politiebureau |
Inverzekeringstelling | Door: (hulp)officier van justitie Tijd: max. 6 dagen (2x drie dagen) Plaats: politiebureau |
Bewaring | Door: rechter-commissaris Tijd: max. 14 dagen Plaats: huis van bewaring of politiebureau |
Gevangenhouding of gevangenneming | Door: raadkamer Tijd: max. 90 dagen Plaats: huis van bewaring of gevangenis (na veroordeling in eerste aanleg) |